Behoefte aan warmtetransitie i.p.v. energietransitie

Onderzoeksorganisatie TNO werkt in opdracht van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl) aan de routekaart zonnewarmte. De routekaart – waarvan het concept deze maand gereed is – brengt de potentie en knelpunten voor zonnewarmte in kaart. ‘We bevinden ons in de Renaissance van zonnewarmte’, aldus Jeroen Prinsen, die binnenkort aantreedt als bestuurslid Zonnewarmte bij brancheorganisatie Holland Solar.
Zonnewarmte is voor Prinsen relatief nieuw. De oud manager businessdevelopment vervulde tot afgelopen zomer een functie bij een energieadviesbureau dat zich toelegt op zonnestroom. In die functie heeft Prinsen onder meer veel ervaring opgedaan met grootschalige projecten uit de Stimuleringsregeling Duurzame Energie (SDE+), maar ook met de Postcoderoosregeling via energiecoöperaties.
Prinsen denkt dat het daarbij een voordeel is dat hij geen technische achtergrond heeft. ‘Ik benader zonnewarmte vanuit de marktpotentie. Ik geloof heilig dat voor de energietransitie alle technieken nodig zijn en zonnewarmte beter voor het voetlicht gebracht moet worden dan tot op heden gebeurd is. De uitdaging waar Nederland voor staat, draait grotendeels om het terugdringen van het gasverbruik. In feite heeft ons land meer behoefte aan een warmtetransitie dan aan een energietransitie.
En met die wetenschap kom je vanzelf bij de grootschalige toepassing van zonnewarmte terecht. We bevinden ons in de Renaissance van zonnewarmte…’
Zonneboiler steeds belangrijkere pion
‘De zonnewarmtebranche moet de voordelen, het verhaal en de waarde van zonnewarmte beter kenbaar maken’, vervolgt Prinsen. ‘Dat kan ook, want zonnewarmte is qua technologie, esthetica en onderhoud al ontzettend ver doorontwikkeld. Vroeger was zonnewarmte een “standalone”-technologie en dat heeft achteraf bezien grote nadelen met zich meegebracht. Je kunt beter vriendjes zijn met andere technologieën en netwerken, want dan worden de belangen groter.
Nu zonnewarmte steeds meer aansluiting vindt bij warmtepompen en zonnepanelen kan men straks niet meer om zonnewarmte heen. Zonnewarmtetechnologie wordt een steeds belangrijkere pion, onder andere in de ontwikkeling van pvt-panelen als bron voor de warmtepomp.’
Van warmtescenario tot position paper
In de afgelopen jaren werd er een groot aantal rapporten en studies gewijd aan zonnewarmte, met het doel een bredere uitrol van de technologie te stimuleren. Zo presenteerde Berenschot zo’n 1,5 jaar geleden het warmtescenario, waarin het onderzoeksbureau een scenario schetst waarbij CO2-reductie wordt bereikt door grootschalige inzet op duurzame warmte.
In het rapport stelde Berenschot een groot potentieel aan zonnewarmte te zien; 39 petajoule in 2030 en 94 petajoule in 2050. Meest recente wapenfeit vanuit de zonnewarmtesector was de position paper ‘Kansen voor zonnewarmte in het hart van de energietransitie’. Deze paper werd op initiatief van Holland Solar opgesteld en bevatte onder meer 5 concrete aanbevelingen voor zonnewarmte.
Voor de nieuwe routekaart zonnewarmte heeft TNO in de voorbije periode via 3 werksessies informatie uit de zonne-energiesector opgehaald. Deze wordt onder meer gebruikt voor het in kaart brengen van kansrijke productmarktcombinaties (pmc’s) en in ontwikkeling zijnde technologieën zoals pvt; de combinatie van zonnewarmte en zonnewarmte.
Gevraagd naar waarom de routekaart zonnewarmte waar TNO nu aan werkt het verschil gaat maken, is Prinsen duidelijk. Nederlandse overheden staan voor belangrijke keuzen over hoe bedrijven en burgers van het gas af moeten. Alleen door over de juiste informatie te beschikken, kunnen zij de potentie van zonnewarmte in deze transitie op waarde schatten.
Toekomst veiligstellen
Prinsen verwijst naar de Regionale Structuur Warmte – die opgesteld wordt door de 30 regio’s die een Regionale Energiestrategie maken – en naar de Transitievisie Warmte die door alle Nederlandse gemeenten gemaakt wordt (red. zie kader). ‘In beide visies moet zonnewarmte een dominante positie claimen om het succes van de toekomst veilig te stellen. We moeten tussen de oren van deze regio’s en gemeenten komen. Zij hebben behoefte aan de juiste voorbeeldcases om de potentie van zonnewarmte op de juiste waarde te schatten. En die voorbeelden mogen ook uit het buitenland komen, bijvoorbeeld uit Denemarken waar warmtenetten gevoed worden met zonnewarmte.
Ook in de procesindustrie en glastuinbouw wordt zonnewarmte volop toegepast. En natuurlijk moeten we de vele tienduizenden particulieren die een zonneboiler hebben niet vergeten. Zij zijn de beste ambassadeurs, want zij kennen de voordelen van zonnewarmte.’
Als nieuw bestuurslid van Holland Solar vindt Prinsen het ten slotte belangrijk dat de zonnewarmtesector niet alleen maar ‘vraagt’, maar juist ook zaken naar de markt brengt. ‘We moeten ons gezicht tonen en laten zien dat we in staat zijn om dingen voor elkaar te krijgen. Veel mensen weten bijvoorbeeld nog altijd niet dat je met zonnewarmte 4 keer meer energie van een vierkante meter dak haalt dan met zonnestroom. Om die reden is het veel slimmer om daken van huizen niet volledig vol te leggen met zonnepanelen, maar om ruimte over te laten voor 2 of 3 zonnecollectoren. Dat brengt voor een consument ook veel meer balans in zijn energiehuishouding en hij kan 600 keer per jaar gratis douchen.’
Bron: www.solarmagazine.nl